Categorie:
Boek:

Psalmen 113

1 Looft, knechten des Heren, looft de naam van de Heer.
2 De naam van de Heer zij gezegend van thans tot in eeuwigheid.
3 Van de opgang der zon tot haar dalen zij geprezen de naam van de Heer.
4 Hoog boven alle volken de Heer; hemelhoog is zijn glorie.
5 Wie is als de Heer onze God, die woning maakt in den hoge,
6 die neder wil zien op dit laagland? - in de hemel Hij en op aarde;
7 die de arme opricht uit het stof, uit het slijk wil heffen de schamele,
8 dat hij zetelen mag met de machtigen, met de machtigen van zijn volk.
9 Die de onvruchtbare geeft haar plaats in het huis: een lachende moeder van kinderen. Godlof!