Categorie:
Boek:

Psalmen 123

1 Een bedevaartslied. Tot U sla mijn ogen ik op, Gij die woont in de hemel.
2 Zie, gelijk de ogen der knechten zijn gericht op de hand van hun meester, gelijk de ogen der dienstmaagd zijn gericht op de hand der gebiedster, zo zijn onze ogen op de Heer onze God, totdat Hij zich onzer ontfermt.
3 Ontferm U, Heer, ontferm U onzer: want wel kregen wij aan verachting meer dan ons deel.
4 Onze ziel kreeg meer dan haar deel van de spot van wie zeker zich wanen, de verachting van wie zo hoog tronen.