Zoeken in Wijsheid van Jezus Sirach 19

Wijsheid van Jezus Sirach 19

1 Wie zo aan zijn drankzucht toegeeft wordt niet rijk, en wie het kleine niet eert gaat langzaam maar zeker te gronde.
2 Wijn en vrouwen brengen verstandige mannen van de wijs en wie zich met hoeren afgeeft wordt steeds driester.
3 Aan de maden en de wormen valt hij toe en hij wordt weggerukt, die drieste mens.
4 Wie te snel vertrouwen geeft is lichtzinnig en wie zich daarna schuldig maakt misdoet tegen zichzelf.
5 Wie zich in het kwaad verlustigt zal gevonnist worden.
6 Wie een afkeer heeft van geroddel vermindert het kwaad.
7 Nooit moet gij een verhaal verder vertellen: dan zult gij zelf ook nooit schade lijden.
8 Bij vriend noch vijand moet gij het verder vertellen en als dat zonder zonde kan, moet gij het niet openbaar maken.
9 Want wie het van u gehoord heeft, hij is voor u op zijn hoede en zal u te zijner tijd gaan haten.
10 Hebt gij iets gehoord? Laat het met u sterven! Wees maar niet bang! Het doet u heus niet barsten!
11 Een dwaas, hij krijgt weeën van een verhaal, zoals een vrouw die moet baren ze krijgt van haar kind.
12 Als een pijl, die vastzit in het vlees van de dij, zo steekt een verhaal in het binnenste van een dwaas.
13 Doe navraag bij uw vriend: hij heeft het misschien niet gedaan; en als hij het gedaan heeft, zorg dan dat hij er niet mee doorgaat.
14 Doe navraag bij uw naaste: hij heeft het misschien niet gezegd; en als hij het gezegd heeft, zorg dan dat hij het niet herhaalt.
15 Doe navraag bij uw vriend, want er wordt dikwijls gelasterd, en geloof niet ieder verhaal.
16 Iedereen kan een fout maken, ook zonder opzet, en wie is in zijn spreken nooit tekortgeschoten?
17 Doe navraag bij uw naaste voordat gij gaat dreigen en schik u naar de wet van de Allerhoogste.
18
19
20 De vrees voor de Heer is de hele wijsheid en die wijsheid houdt het volbrengen van de wet in.
21
22 Ervarenheid in het kwaad is geen wijsheid en wat de zondaars beramen getuigt niet van verstand.
23 Er bestaat een schranderheid die een gruwel is en er bestaan domme mensen met te weinig inzicht,
24 maar beter is een godvrezend man die weinig verstand heeft dan een man van groot intellect die de wet overtreedt.
25 Er bestaat een onmiskenbare schranderheid, die misdadig is en er bestaan mensen die de luister van de rechtspraak aantasten.
26 Menigeen gaat gebogen en in het zwart gehuld, maar innerlijk steekt hij vol listigheid.
27 Hij loopt met zijn gezicht naar de grond en hij houdt zich doof, maar zodra er niet op hem gelet wordt, is hij u te vlug af;
28 en als hij door gebrek aan kracht niet in staat is te misdoen, dan doet hij zijn kwaad zodra hij de kans krijgt.
29 Aan zijn oogopslag wordt iemand gekend en aan de wijze waarop hij u aanziet wordt de verstandige man gekend.
30 Iemands kleding en de lach van zijn tanden en ook de gang van een mens melden wie hij is.