Zoeken in Wijsheid van Jezus Sirach 45
Wijsheid van Jezus Sirach 45
1
en geliefd was bij God en de mensen, Mozes: zijn gedachtenis zij gezegend!
2
Hij heeft hem in roem aan de heiligen gelijk gemaakt en hem verheerlijkt door de schrik van de vijanden.
3
Op zijn woord heeft Hij terstond wonderen verricht en Hij heeft hem groot gemaakt voor het aangezicht van koningen. Hij gaf hem bevelen voor zijn volk en toonde hem zijn heerlijkheid.
4
Vanwege zijn trouw en zijn nederigheid heeft Hij hem uit alle mensen uitverkoren.
5
Hij liet hem zijn stem vernemen, bracht hem in de donkere wolk en gaf hem, van aangezicht tot aangezicht, zijn geboden, de wet van het leven en van de kennis, om Jakob in het verbond te onderrichten en Israël in zijn beschikkingen.
6
Aäron, zijn broer uit de stam Levi, verhief Hij en Hij heiligde hem, evenals Mozes.
7
Hij sloot met hem een eeuwig verbond en maakte hem tot de priester van het volk. Hij verheerlijkte hem met luister en omgordde hem met een stralend gewaad.
8
Hij bekleedde hem met volmaakte schoonheid en tooide hem met de tekenen van zijn macht; Hij gaf hem het onderkleed, het lange opperkleed en de efodmantel;
9
Hij omhing hem met de granaatappels, met vele gouden belletjes aan alle kanten, die moesten rinkelen als hij voortschreed en wier geluid in de tempel gehoord moest worden als teken voor de zonen van zijn volk,
10
met het heilige gewaad, goud, blauw en purper, het werkstuk van een kunstenaar, met het borstschild van de beslissing, de efod en de gordel,
11
uit scharlaken draad geweven, het werk van een vakman, met kostbare, als zegels gesneden stenen, in goud gevat, het werk van een steensnijder, die als herinnering moesten dienen, stenen met ingegraveerde letters overeenkomstig het aantal van de stammen van Israël.
12
Hij gaf hem een gouden gordel om zijn hoofddeksel met het zegel van de toewijding erop gelegd, een luisterrijk eerbewijs, een machtig werk, een lust voor de ogen, prachtig versierd.
13
Zo iets heerlijks is er voor hem niet geweest en tot in eeuwigheid treft geen vreemde het aan, maar alleen Aärons zonen en zijn afstammelingen, voor altijd.
14
Zijn offers zullen volledig verbranden iedere dag twee keren, altijd door.
15
Mozes stelde hem als priester aan en zalfde hem met de heilige olie; het werd voor hem een altijddurend verbond en ook voor zijn nageslacht, al de dagen dat de hemel blijft bestaan, dat hij de Heer zou dienen als priester en zijn volk zou zegenen met zijn naam.
16
Uit alle levenden koos Hij hem uit om de offers aan de Heer te brengen, reukwerken en aangename geur, tot gedachtenis, om verzoening te bewerken voor het volk.
17
Hij heeft hem zijn geboden gegeven en volmacht verleend in zaken van recht en wet, om aan Jakob zijn getuigenissen te leren en Israël met zijn wet te verlichten.
18
Onbevoegden rebelleerden tegen hem en waren afgunstig op hem, in de woestijn, de mannen van Datan en Abiram en de aanhang van Korach, in woede en toorn.
19
De Heer zag het en het behaagde Hem niet en door zijn woedende toorn werden zij verdelgd. Hij verrichtte wondertekenen aan hen en verteerde hen in zijn vlammend vuur.
20
Hij vermeerderde de roem van Aäron en schonk hem een erfgoed; Hij gaf hem de heilige bijdragen tot voedsel en schonk hem voedsel in overvloed,
21
want zij mochten eten van de offers, aan de Heer gebracht die Hij aan hem en aan zijn nageslacht schonk.
22
Maar in het land, dat het volk kreeg, mocht hij geen erfelijk bezit ontvangen; in hun midden kreeg hij geen deel, want de Heer is zijn deel en zijn erfgoed onder de zonen van Israël.
23
Pinechas, de zoon van Eleazar, is de derde geweest die roem verwierf, omdat hij ijverde voor de God van alles en voor zijn volk in de bres sprong en met al zijn moed en geestdrift voor Israël verzoening bewerkte.
24
Daarom werd met hem een verbond van vrede gesloten: hij zou aan het hoofd staan van het heiligdom en van zijn volk en hij en zijn nageslacht zouden het hogepriesterschap vervullen, de eeuwen door.
25
En terwijl bij het andere verbond, met David, de zoon van Isai uit de stam Juda, de erfopvolging van de koning alleen van zoon op zoon gaat, geldt de erfopvolging van Aäron voor zijn hele nageslacht. Zegent dus de Heer, die zo goed is en die u met luister heeft gekroond!
26
Hij moge u wijsheid geven in uw hart om zijn volk in gerechtigheid te oordelen, opdat hun voorspoed niet zal verdwijnen en hun roem mag overgaan op de latere geslachten.