Categorie:
Boek:

Hosea 6

1 'Kom, laten we terugkeren tot Jahwe; Hij heeft ons verscheurd, Hij zal ons ook genezen; Hij heeft wonden geslagen, Hij zal ze ook verbinden.
2 Na twee dagen maakt Hij ons weer levend, op de derde dag laat Hij ons weer opstaan om weer te leven voor zijn aanschijn.
3 Wij willen Jahwe liefhebben, ons inspannen om Hem te kennen. Zo zeker als de dageraad vertoont Hij zich, komt Hij over ons als de regen, als de lenteregen die de aarde drenkt.'
4 Wat moet Ik met u beginnen, Efraim? Wat moet Ik met u beginnen, Juda? Uw vroomheid is als de morgennevel, als de dauw die vroeg in de morgen verdwijnt.
5 Daarom heb Ik op u ingeslagen door de profeten, heb Ik de dood gebracht door de woorden van mijn mond: mijn oordeel brak door als het licht.
6 Want vroomheid wens Ik, geen offergaven, en erkenning van God, meer dan brandoffers.
7 Zij hebben het verbond overtreden, als Adam: zo zijn zij Mij ontrouw geworden.
8 Gilead is een stad van boosdoeners, met bloedsporen besmeurd;
9 als een loerende roverstroep is het priestergilde: zij moorden op de weg naar Sichem, schandelijk is hun gedrag. Het zijn afschuwelijke dingen,
10 die Ik in het huis van Israël zie: Ik zie hoe Efraim ontucht pleegt en Israël zich bezoedelt.
11 Ook u, Juda, staat een oogst te wachten!