Categorie:
Boek:

Amos 2

1 Zo spreekt Jahwe: na de herhaalde misdaden van Moab kom Ik niet op mijn besluit terug! omdat hij het gebeente van de koning van Edom tot kalk heeft verbrand,
2 slinger Ik een vuur in Moab: het verslindt de paleizen van Keriot Moab komt om in het strijdgewoel onder krijgsgeschreeuw en hoorngeschal.
3 Uit hun midden doe Ik de heerser verdwijnen en met hem breng Ik ter dood al de groten van zijn rijk, spreekt Jahwe.
4 Zo spreekt Jahwe: na de herhaalde misdaden van Juda kom Ik niet op mijn besluit terug! Omdat zij Jahwe's wet versmaad hebben en zijn geboden niet hebben onderhouden, omdat die leugengoden van hen, waar hun vaderen al achteraan gelopen hadden, hen op een dwaalspoor hebben gebracht,
5 slinger Ik vuur in Juda: het verslindt Jeruzalems paleizen.
6 Zo spreekt Jahwe: Na de herhaalde misdaden van Israël kom Ik niet op mijn besluit terug! Omdat zij de rechtvaardige voor geld verkopen, de arme voor een paar schoenen,
7 omdat zij de geringen als het stof van de aarde vertrappen en het recht van de armen verkrachten, Vader en zoon gaan naar dezelfde meid en ontwijden zo mijn heilige naam.
8 Op de als pand aanvaarde kleren leggen zij zich neer bij de altaren en zij drinken met boetegeld betaalde wijn in het huis van hun God.
9 En Ik, Ik heb toch voor hun ogen de Amoriet verdelgd, zo hoog als een ceder, zo sterk als een eik; Ik heb hem toch uitgeroeid van onder tot boven, met wortel en tak!
10 Ik, Ik heb u uit Egypte gevoerd, u door de woestijn geleid, veertig jaar lang, en het land van die Amoriet aan u gegeven.
11 Uit uw zonen heb Ik profeten gekozen en nazireeërs uit uw jonge mannen. Zo is het toch, Israëlieten? - Dit is de godsspraak van Jahwe.
12 Maar gij hebt de nazireeërs wijn laten drinken en tot de profeten gezegd: Geen profetieën!
13 Welnu Ik zal het laten wankelen onder uw voeten, zoals een wagen wankelt, die te hoog met schoven beladen is.
14 Dan krijgt zelfs de snelle loper geen kans om te vluchten, de sterke heeft niets aan zijn kracht en de dappere redt zijn leven niet.
15 De boogschutter houdt geen stand, de hardloper ontkomt niet en geen ruiter redt zijn leven.
16 Zelfs de dapperste onder strijders zal naakt moeten vluchten, die dag. Dit is de godsspraak van Jahwe.