Zoeken naar gelijkaardig vers
Nehemia 2,6
De koningin zat naast de koning. De koning vroeg: 'Hoe lang duurt de reis en wanneer kom je terug?' Ik noemde hem een termijn; de koning stemde daarmee in en gaf mij verlof te vertrekken.
De koningin zat naast de koning. De koning vroeg: 'Hoe lang duurt de reis en wanneer kom je terug?' Ik noemde hem een termijn; de koning stemde daarmee in en gaf mij verlof te vertrekken.