Zoeken naar gelijkaardig vers
Prediker 4,8
Iemand staat alleen, hij heeft geen zoon of geen broer; niemand heeft hij naast zich. Toch zwoegt hij zonder ophouden en is met zijn rijkdom nooit tevreden. Voor wie beul ik me eigenlijk af en ontzeg ik mij zoveel goede dingen? Ook dat is ijdel, een zinloos gedoe.