Zoeken in Tobit 14
Tobit 14
1
Daarmee eindigde Tobit zijn lofzang.
2
Hij was achtenvijftig toen hij het gezicht verloor; acht jaar later kon hij weer zien. Hij gaf aalmoezen en bleef God de Heer vrezen en loven.
3
Toen hij zeer oud geworden was, riep hij zijn zoon en diens kinderen en zei hem: 'Mijn zoon, je ziet dat ik oud ben en op het punt sta uit het leven te scheiden. Neem je kinderen en
4
vertrek naar Medië, mijn kind, want ik geloof in hetgeen de profeet Jona aangaande Nineve gezegd heeft: het zal verwoest worden, maar in Medië zal het voorlopig rustig zijn. Bovendien zullen onze volksgenoten in Juda worden weggevoerd uit dat mooie land; Jeruzalem zal worden ontvolkt en het huis van God zal worden platgebrand en een tijdlang verlaten blijven liggen.
5
Maar God zal zich weer over de ballingen ontfermen en hen naar het land terugbrengen; dan zullen zij de tempel, zij het ook in andere vorm, herbouwen, en die zal blijven bestaan totdat de tijden van de wereld vervuld zijn. Daarna zullen ze uit de ballingschap terugkeren en Jeruzalem waardig herbouwen en het huis van God aldaar zal in volle glans worden opgericht voor alle geslachten tot in eeuwigheid, zoals de profeten voorspeld hebben.
6
En alle volken zullen zich bekeren om in waarheid God de Heer te vrezen en zij zullen hun afgoden begraven en alle volken zullen de Heer loven.
7
Ook door zijn eigen volk zal God geprezen worden en de Heer zal zijn volk verheffen en allen die door trouw en rechtvaardigheid hun liefde voor God de Heer tonen, zullen zich verheugen.
8
Welnu dan, jongen, vertrek uit Nineve, want wat de profeet Jona gezegd heeft zal zeker gebeuren.
9
Onderhoud de wet en de geboden, beoefen de liefdadigheid en wees rechtvaardig, opdat het je goed ga. Zorg dat ik waardig begraven word en leg je moeder aan mijn zijde, en blijf dan niet langer in Nineve.
10
Jongen, denk aan wat Aman zijn voogd Achiacharus aandeed: hoe hij hem van het licht in de duisternis bracht en hoe hij hem vergolden heeft. Achiacharus werd gered, maar die andere kreeg zijn verdiende loon en daalde af in de duisternis. Ook Manasse, die aalmoezen gaf, werd gered uit de dodelijke strik die Aman hem gespannen had. Juist Aman kwam in de strik en vond zo zijn einde.
11
Zie dus, kinderen, wat aalmoezen vermogen en hoe gerechtigheid redding brengt.' Bij deze woorden gaf hij, liggend op zijn bed, de geest. Hij was honderdachtenvijftig jaar oud. Tobias bezorgde hem een eervolle begrafenis.
12
Toen Anna gestorven was, begroef Tobias haar naast zijn vader. Daarna vertrok hij met zijn vrouw en zijn zonen naar Ekbatana, naar zijn schoonvader Raguël.
13
Hij bereikte een eerbiedwaardige ouderdom. Zijn schoonouders begroef hij met alle eerbetoon en hij erfde hun bezit, zoals hij ook dat van zijn vader Tobit gekregen had.
14
Hij stierf op de leeftijd van honderdzevenentwintig jaar in Ekbatana in Medië.
15
Nog voor zijn dood vernam hij dat Nineve was gevallen en dat de inwoners door Nebukadnessar en Ahasveros in ballingschap waren weggevoerd. Dit was hem op zijn sterfbed een reden tot vreugde.