Zoeken naar gelijkaardig vers
Hoofdstuk:

2 Koningen 25,27

In het zevenendertigste jaar van de ballingschap van Jojakin, de koning van Juda, in de twaalfde maand, op de zevenentwintigste dag van de maand, verleende Ewil-merodak, de koning van Babel, in het jaar van zijn troonsbestijging gratie aan koning Jojakin van Juda. Hij ontsloeg hem uit de gevangenis,