Categorie:
Boek:

Tobit 7

1 Ze kwamen in Ekbatana aan en begaven zich naar de woning van Raguël. Sara kwam hun tegemoet. Nadat ze elkaar hadden begroet, nodigde zij hen uit binnen te komen.
2 Raguël zei tot zijn vrouw Edna: 'Wat lijkt die jongeman toch op mijn neef Tobit!'
3 Daarom vroeg hij hun: 'Waar komt u vandaan, broeders?' Ze zeiden: 'Wij zijn van de stam Naftali en leven in ballingschap in Nineve.'
4 'Kent u dan onze bloedverwant Tobit?' Zij antwoordden: 'Ja zeker.'
5 'Maakt hij het goed?' Zij antwoordden: 'Hij is nog in leven en maakt het goed.' Tobias voegde eraan toe: 'Hij is mijn vader.'
6 Toen sprong Raguël op, viel hem om de hals, brak in tranen uit en prees hem gelukkig met de woorden: 'Dan ben je de zoon van een nobel en voortreffelijk man.' Maar toen hij hoorde dat Tobit blind geworden was, werd hij tot tranen bewogen.
7 Ook zijn vrouw Edna en zijn dochter Sara schreiden. Tobias en Rafaël werden met grote hartelijkheid opgenomen.
8 Men slachtte een schaap en zette hun een welvoorziene tafel voor.
9 Toen zei Tobias tot Rafaël: 'Broeder Azarias, als je nu eens ter sprake bracht waar je het onderweg over gehad hebt. De zaak moet haar beslag krijgen.'
10 Rafaël deelde Raguël mee wat ze besproken hadden. Daarop richtte deze zich tot Tobias met de woorden: 'Eet en drink en laat het je goed smaken. Jou komt het immers toe om mijn dochter tot vrouw te krijgen. Maar ik moet je wel de waarheid vertellen.
11 Ik heb mijn kind al aan zeven mannen gegeven. Maar in de nacht dat ze tot haar wilden gaan, zijn ze om het leven gekomen. Maar kom, doe je nu te goed.'
12 Doch Tobias antwoordde: 'Ik zal hier niets meer van gebruiken voordat de zaak haar beslag gekregen heeft.' Daarop zei Raguël: 'Neem haar dan nu tot vrouw, overeenkomstig de wet. Jij bent aan haar verwant, zij behoort aan jou. Moge de barmhartige God jullie een mooie toekomst geven.'
13 Toen riep hij zijn dochter Sara, nam haar bij de hand en gaf haar aan Tobias tot vrouw met de woorden: 'Hier is mijn dochter, neem haar volgens de wet van Mozes tot vrouw en ga met haar naar je vader.' En hij zegende hen.
14 En nadat hij ook zijn vrouw Edna erbij geroepen had, nam hij een blad papier en maakte de huwelijksovereenkomst op, die zij met hun zegel bekrachtigden. Toen begonnen ze aan de maaltijd.
15 Daarna riep Raguël zijn vrouw Edna en zei haar: 'Zuster, maak de andere kamer gereed en breng Sara daar binnen.'
16 Ze deed wat hij gevraagd had. Toen ze Sara in de kamer bracht begon het meisje te schreien, maar Edna droogde de tranen van haar dochter en zei: 'Wees flink, mijn kind. De Heer van hemel en aarde zal je na al je verdriet zijn genade betonen. Wees flink, mijn dochter.'