Zoeken in Ester 10
Ester 10
1
Ahasveros, de koning, legde vasteland en eilanden een schatting op.
2
Al zijn machtige daden en krijgsverrichtingen en ook de bijzonderheden over de hoge waardigheid, die de koning aan Mordekai verleend had, zijn te vinden in de annalen van de koningen van Medië en Perzië.
3
De jood Mordekai immers kwam in rang onmiddellijk na Ahasveros, de koning. Hij stond bij de joden hoog in aanzien, hij was geliefd bij al zijn broeders, hij zocht steeds het geluk van zijn volk en was een pleitbezorger voor de vrede van heel zijn geslacht. rest apocrief:
4
En Mordekai sprak: 'Dit is het werk van God geweest!
5
Ik herinner mij de droom, waarin ik dit alles gezien heb; niets van die droom is onvervuld gebleven:
6
daar was de kleine bron, die een rivier werd, en er was licht, zon en veel water. De rivier is Ester, met wie de koning huwde en die door hem tot koningin werd gemaakt.
7
De twee draken zijn Haman en ik.
8
De vele wolken zijn degenen die zich aaneengesloten hebben om de naam van de joden uit te roeien.
9
Het ene volk, dat is mijn volk, Israël, degenen die tot God geroepen hebben en gered zijn. De Heer heeft zijn volk gered, de Heer heeft ons ontrukt aan al die rampen, God heeft de grote tekenen en wonderen verricht, die bij de heidenen nooit gebeurd zijn.
10
Want God had twee lotsbestemmingen gemaakt, een voor het volk van God en een voor alle andere volken.
11
En op het uur, de tijd en de dag van de beslissing besloot God die twee lotsbestemmingen te voltrekken, de ene voor alle volken,
12
de ander voor zijn eigen volk, doordat Hij het indachtig was en aan zijn erfdeel recht verschafte.
13
Voor hen zullen daarom die dagen van de maand Adar, de veertiende en de vijftiende van die maand, dagen van feestelijke samenkomsten en van vreugde zijn, voor Gods aangezicht, van geslacht tot geslacht in eeuwigheid, bij zijn volk Israël.'