Zoeken in Ester 15
Ester 15
1
Denk eens terug, zo liet hij haar zeggen, aan de tijd dat je in ellende verkeerde en hoe je toen door mijn hand werd gevoed.
2
Haman, de eerste man na de koning, heeft voor onze dood gepleit.
3
Roep de Heer aan, pleit voor ons bij de koning en red ons van de dood.'
4
Op de derde dag hield zij op met bidden, legde haar boetekleren af en trok haar staatsiegewaad aan.
5
Zo, in haar volle luister, riep zij de hulp in van de alziende God en redder en zij begaf zich met haar twee kameniers op weg:
6
op de ene leunde zij, als een verfijnde dame, de andere kwam achter haar aan en droeg de sleep van haar kleed.
8
Over haar gezicht lag de blos van de hoogste schoonheid en zij zag er opgetogen en innemend uit, maar haar hart kromp ineen van angst.
9
Nadat zij al de deuren was doorgegaan, kwam zij voor het aanschijn van de koning. Hij zat op zijn koningstroon bekleed met al zijn staatsiegewaden, een en al goud en kostbare stenen, en hij was zeer ontzagwekkend.
10
In vlammende toorn sloeg hij vol majesteit zijn ogen op en keek haar aan, ziedend van woede. De koningin wankelde, verbleekte, viel in onmacht en vond steun tegen het hoofd van de kamenier die vooropliep.
11
Toen vermurwde God het gemoed van de koning. Ontdaan sprong hij op van zijn troon, nam haar in zijn armen tot zij weer bijkwam en bemoedigde haar met vriendelijke woorden.
12
'Wat is er, Ester?' zie hij.
13
'Ik ben uw broer, wees gerust, u hoeft niet te sterven, want onze verordening geld alleen voor het gewone volk!
14
Kom maar naderbij.'
15
Hij hief de gouden skepter op en raakte daarmee haar hals aan; hij kuste haar en sprak: 'Zeg het mij maar!'
16
Ester antwoordde: 'Toen ik u zag, heer, was u als een engel van God, en mijn hart sidderde van ontzag voor uw majesteit.
17
Want u bent bewonderenswaardig,
18
heer en uw aangezicht is een en al schoonheid.'
19
Terwijl ze zo sprak, viel de koningin weer in onmacht. De koning wist geen raad en al zijn hovelingen trachtten haar bij te brengen.