Categorie:
Boek:

Psalmen 84

1 Voor de koorleider. Met gittit-begeleiding. Van de Korachieten. Een psalm.
2 Hoe hartverrukkend uw woningen, Heer der hemelse scharen;
3 mijn ziel vergaat van verlangen naar de voorhoven van de Heer; mijn hart, ja al wat ik ben, het roept tot de levende God.
4 Vindt zelfs de mus niet een huis, heeft niet de zwaluw haar nest waar zij haar jongen mag bergen? O, uw altaren te naderen, Heer der hemelse scharen, Gij, mijn koning, mijn God!
5 Gelukkig die wonen in uw huis, die immer u mogen loven;
6 gelukkig de mensen die sterk zijn in U, met de pelgrimsweg in het hart.
7 Gaan zij door een laagte van dorre woestijngroei, een oase scheppen zij daar: de eerste regen daalt er weldadig;
8 van kracht tot kracht gaan zij voort om op Sion voor God te verschijnen.
9 Heer, God der hemelse scharen, hoor gij dan mijn gebed, verhoor mij, o God van Jakob;
10 God die ons beveiligt, zie neer, aanschouw die is uw gezalfde.
11 In uw voorhoven is mij een dag meer toch dan duizend dagen; liever te staan op die drempel daar, in het huis van mijn God, dan te wijlen in de tenten der boosheid.
12 Want een wering, een schild is de Heer, zijn gunst schenke God ons, zijn luister; de Heer zal geen zegening onthouden aan wie in oprechtheid hun weg gaan.
13 Heer der hemelse scharen, gelukzalig de mens wiens rust is in U.